1 - 16   Biologie

Menu  |  terug

De evolutietheorie, zoals ze tegenwoordig op de meeste scholen onderwezen wordt, leert, dat alle levende  wezens op onze aarde met elkaar verwant zijn en zouden afstammen van ééncelligen en de voorlopers. Is dat werkelijk waar? Welke natuurwetenschappelijke bewijzen bestaan er voor deze aanname?

Ontwikkelingen en genetische veranderingen in het individu in opeenvolgende generaties vinden daadwerkelijk plaats bij levende wezens. Om misverstanden te vermijden is het echter nodig, onderscheid te maken tussen micro- en macro-evolutie.

Micro-evolutie betekent, dat zich in levende wezens gedurende hun biologische geschiedenis (als soort en individu) reeds aanwezige structuren en functies veranderen, zonder dat daarbij het basisbouwplan van de levende wezens wordt veranderd. Zo kan zich bijvoorbeeld uit een wolf na vele generaties een hond ontwikkelen en de beroemde Darwinvinken kunnen vorm en grootte van hun snavels veranderen. Zulke veranderingen vinden echter steeds plaats binnen een bepaalde bandbreedte, die niet overschreden wordt. 

Macro-evolutie zou betekenen, dat in levende wezens door verschillende gebeurtenissen in hun genetische uitrusting, van te voren niet aanwezige complexe organen en functies, totaal nieuw ontstaan. Zo zou zich in het verleden (via vele generaties en vele tussenfasen) uit eenvoudige ééncelligen een vis, daaruit een reptiel, een vogel, een haas, enzovoorts ontwikkeld hebben. Dat zulke macro-evolutionaire processen daadwerkelijk hebben plaatsgevonden*, moet na 150 jaar evolutie-onderzoek duidelijk in twijfel worden getrokken.



01  Micro- en macro-evolutie
02  Stambomen en Stamstruiken
03  Niet reduceerbaar complexe systemen
04  Mutatie en informatie toename
05  Evolutiemechanismen
06  Biodiversiteit
07  Symbiose en slaafs gedrag
08  Drosophila melanogaster
09  Junk DNA
10  Pseudogenen
11  Homeotische genen
12  Rudimentaire organen
13  Biogenetisch principe
14  Berkenspanner (Peper-en-zoutvlinder)
15  DDT-resistente Insecten
16  Resistentie tegen antibiotica



01  Micro- en macro-evolutie

De verandering van levende wezens verdergaand dan hun soortgrens (macro-evolutie) door de vorming van nieuwsoortige organen of structuren werd nog nooit waargenomen en is absoluut onbewezen.


02  Stambomen en Stamstruiken

Onderzoek brengt steeds meer onsystematisch verdeelde kenmerken van levende wezens aan het licht, zodat de hypothese van een stamboom van de soorten als weerlegd moet worden beschouwd.


03  Niet reduceerbaar complexe systemen

Voor de opbouw van niet reduceerbaar complexe systemen, zoals zij in de levende wezens voorkomen, is geen mechanisme bekend.


04  Mutatie en informatie toename

In ongeveer 19 miljoen wetenschappelijke publicaties werden van 453.732 gedocumenteerde mutaties slechts 186 als voordelig ingedeeld, waarbij bij geen enkele een toename van genetische informatie plaatsvond.


05  Evolutiemechanismen

De bekende evolutiemechanismen mutatie, selectie, genoverdracht, combinatie van gensegmenten, genduplicatie en andere factoren zijn niet toereikend om nieuwe bouwplannen en functies te verklaren.


06  Biodiversiteit

De werkverdeling en wederzijdse afhankelijkheid van vele planten- en diersoorten in een ecosysteem (biodiversiteit) weerspreekt de voorstelling van een stapsgewijs ontstaan.


07  Symbiose en slaafs gedrag

Symbiose en slaafs gedrag van verschillende planten en dieren kunnen middels de bekende mechanismen van evolutie niet verklaard worden.


08  Drosophila melanogaster

Meer dan 3.000 kunstmatige mutaties bij de vruchtvlieg Drosophila melanogaster sinds 1908 hebben geen nieuwe, voordelige bouwplannen tot stand gebracht; de vruchtvlieg bleef altijd een vruchtvlieg.


09  Junk DNA

In toenemende mate blijkt, dat grote delen van het zogenaamde Junk-DNA, die men tot voor kort als "evolutionair afval" omschreef, wel degelijk bepaalde functies vervullen.


10  Pseudogenen

Nieuwe onderzoeken maken aannemelijk, dat zogenaamde pseudogenen, die lange tijd als functieloos beschouwd werden, wel bepaalde functies hebben.


11  Homeotische genen

De hoop in homeotische genen (stuurgenen) de sleutelgenen voor macro-evolutionaire processen gevonden te hebben, bleef onvervuld.


12  Rudimentaire organen

Rudimentaire organen (halfklare of functieloze) organen zijn geen waardeloze overblijfselen van een ontwikkeling naar boven: De meeste van deze organen hebben een concreet nut, andere tonen degeneratie.


13  Biogenetisch principe

Hoewel het biogenetisch principe van Ernst Haeckel (1834-1919) reeds gedurende zijn leven als vervalsing werd ontmaskerd, vindt men het tegenwoordig nog in veel schoolboeken!


14  Berkenspanner (Peper-en-zoutvlinder)

In veel schoolboeken worden getalsmatige veranderingen in de populaties van de peper- en zoutvlinder als voorbeeld voor evolutie beschreven. Hierbij kan niet eens van micro-evolutie gesproken worden.


15  DDT-resistente Insecten

Alle DDT-resistente insecten zijn genetische varianten, die altijd al hebben bestaan en die altijd al tegen dit insecticide bestand waren.


16  Resistentie tegen antibiotica

Het feit, dat bacteriën tegen antibiotica resistent kunnen worden, is geen voorbeeld voor ontwikkeling naar boven, omdat de mutaties, die daartoe leiden, in de regel een verlies van informatie in het genoom tot gevolg hebben.


Geologie en paleontologie  |  Menu
terug


Succesvolle nieuwe constructies zouden zich moeten invoegen in het bestaande model van ruimtelijke, chronologische en hiërarchische genactiviteiten en zouden de vitaal noodzakelijke fysiologische, sociale, voortplantingsbiologische en ecologische levenspatronen in geen enkele tussenfase mogen storen. Anders zou het levende wezen uitsterven.



Comment this Site!