56  Planeten- en maanoppervlakken

Menu  |  terug

Indien zich de planeten en manen van ons zonnestelsel uit min of meer homogene gas- en stofschijven zouden hebben ontwikkeld, dan komt de vraag op, waarom hun oppervlakken uit zo verschillende materialen zijn samengesteld. Er zijn geen twee identieke planeten of manen bekend. Dit feit geeft grote twijfel over de huidige ontstaanstheorie.



De enorme diversiteit van de oppervlakken der planeten en manen in ons zonnestelsel toont overtuigend, dat het denkbeeld, dat deze hemellichamen uit min of meer homogene gas- en stofwolken zouden zijn ontstaan, onrealistisch is (1). Hoe beter de gegevens worden, aan de hand waarvan men conclusies trekt over de eigenschappen van de afzonderlijke hemellichamen, des te duidelijker worden de ten dele frappante verschillen (2).


Enige voorbeelden:

De oppervlakken van Jupiter en Saturnus bestaan voornamelijk uit vloeibaar waterstof en helium, echter in een steeds andere samenstelling. Het oppervlak van Venus is gehuld in een dichte atmosfeer van koolzuur en zwavelzuur. Het oppervlak van Mars lijkt op een droge steenwoestijn op aarde.

Het oppervlak van de maan Europa is opvallend gelijkmatig en heeft bijna geen meteorietenkraters. Volgens recente gegevens, schijnt het te gaan om een wereld vol agressieve, corrosieve stoffen. Het oppervlak van de maan van de aarde is een stofwoestijn. De maan van Jupiter Io heeft een oppervlak van zwavel en zwaveldioxyde. De manen van Saturnus Enceladus en Tethys zijn bedekt met waterijs. De maan van Saturnus Titaan is bedekt met vloeibaar ethaan en methaan.


Conclusie:

De hemellichamen in ons zonnestelsel lijken welgevormd en zeer individueel uitgewerkt. De vraag, of en hoe zij uit een homogene gas- en stofwolk zouden kunnen zijn ontstaan, kan niet worden beantwoord.

Het is te verwachten, dat ook de planeten en manen, die in de komende tientallen jaren onderzocht worden, de indrukwekkende verscheidenheid van de hemellichamen zullen onderstrepen. Zijn ons zonnestelsel, de Melkweg en de gehele overige kosmos wellicht net zo functioneel samengesteld als bijvoorbeeld het menselijk lichaam? Zou het kunnen zijn, dat elk hemellichaam een heel specifiek doel vervult?


Stelling 57  |  Menu
terug


(1)  Kendrick Frazier, Das Sonnensystem, Time-Life Books, 1985, S. 128-145.

(2)  Norbert Pailer und Alfred Krabbe, Der vermessene Kosmos, Hänssler, 2006, S. 99-116.



Comment this Site!






M.Nieuweboer wrote:
Deze stelling is een Argumentum ad ignoram. Dat we de diversiteit van planeetoppervlakken (nog?) niet kunnen verklaren betekent nog niet dat de huidige ontstaanstheorie fout is.