41  Afwijkingen in de radiometrie

Menu  |  terug

Afhankelijk van de mate waarin gesteente meerdere instabiele (radioactieve) isotopen bevat, kunnen verschillende radiometrische methoden om de ouderdom te bepalen worden toegepast. In de regel wordt (vanwege de kosten) slechts één enkele methode toegepast. Wordt echter hetzelfde gesteente met verschillende methoden gemeten, dan kan men heel vaak aanzienlijke en systematische afwijkingen vaststellen. 



Tegenwoordig worden verschillende methoden voor ouderdomsbepaling (die op radio-isotopen berusten) toegepast. Willen de resultaten van deze methoden geloofwaardig zijn, moeten zij minstens binnen de  gebruikelijk geschatte foutmarges overeenstemmen. In de regel doen zij dat echter in de verste verte niet.  Aangezien de afwijkingen van de meetresultaten systematisch en herhaalbaar zijn, moet er bij de meetmethoden en/of hun waardebepaling een systematische fout aanwezig zijn.

Om deze waarnemingen te bevestigen werd onder anderen Cardenas Basalt (lava-gesteente in de  Grand Canyon), die een conventionele ouderdom van naar men zegt 1,1 miljard jaar heeft, met vier verschillende methoden geanalyseerd: (1). Hier de resultaten:

kalium-argon:

516 miljoen jaar

(foutmarge ± 30 miljoen)

van 14 monsters

(β-verval)

rubidium-strontium

892 miljoen jaar

(foutmarge ± 82 miljoen)

van 22 monsters

(β-verval)

samarium-neodymium

1588 miljoen jaar

(foutmarge ± 170 miljoen)

van 8 monsters

(α-verval)

lood-lood

1385 miljoen jaar

(foutmarge ± 950 miljoen)

van 4 monsters

(α-verval)


Bij deze onderzoeken kon men vaststellen, dat de monsters, die een α-verval hebben, meestal een hogere ouderdomswaarde tonen, dan die met een β-verval. (Bij α-verval ontstaan heliumkernen, terwijl bij β-verval elektronen vrijkomen). Dit toont, dat de schijnbare ouderdom hoger ligt naarmate de atomen van de moederisotoop zwaarder zijn.

Helaas zijn tot op heden slechts weinig vergelijkende metingen uitgevoerd. Daarom is de statistische relevantie verhoudingsgewijs gering. Bij andere monsters uit tien verschillende vindplaatsen varieerden de meetresultaten zo sterk, dat waardebepaling niet mogelijk was. Andere echter lieten zich goed bepalen, gaven echter aanzienlijke en systematische verschillen (2).


Versneld radioactief verval:

Een mogelijke verklaring voor de systematische verschillen is, dat het radioactieve verval bij verschillende materialen onderling verschillend sterk versneld was in het verleden. Het is denkbaar, dat onze aardkorst gedurende haar ontstaan en/of een catastrofale gebeurtenis voor een beperkte tijd aan een massieve neutronen-straling was onderworpen, hetgeen tot een toegenomen productie van dochterisotopen zou kunnen leiden.

Conclusie:

Bij de materialen, waarbij verschillende methoden toegepast kunnen worden, zou het wenselijk zijn, dat aan de universiteiten meer vergelijkende metingen zouden worden uitgevoerd. Omdat dit tot op heden nauwelijks het geval is, rijst de verdenking, dat men de resultaten van de radiometrie niet zonder meer wil toetsen. Wanneer een gesteente op zijn leeftijd wordt onderzocht, dan wordt in de regel slechts één van de mogelijke methoden toegepast.

Het probleem op dit gebied van onderzoek is, dat de radiometrische ouderdomsbepalingen zonder commercieel nut zijn en daarom niet aan economische concurrentie onderworpen zijn.


Stelling 42  |  Menu
terug


(1)  Don DeYoung, Thousands. not Billions, Challenging an Icon of Evolution, Master Books, 2005, S. 126.

(2)  Larry Vardiman, Andrew A. Snelling, Eugene F. Chaffin, Radioisotopes and the age of the Earth, Vol. 2, Institute for Creation Research, El Cajon, CA, 2005, S. 422.



Comment this Site!