Het boek

terug
95 Stellingen tegen Evolutie.ProGenesis

95 Stellingen tegen evolutie.
Wetenschappelijke kritiek op het naturalistische wereldbeeld.

Dr. jur. Dieter Aebi, Dr. med. Markus Bourquin, Prof. a.D. Dr.-Ing. Werner Gitt, Dr. chem. Ruedi Hartmann,
Roland Schwab, Dipl.-Ing. Hansruedi Stutz, lic. theol. Marcel Wildi.

Johannes Multimedia / Postbox 31 / 3941AA Doorn / The Netherlands / ISBN 9789057983443


In de huidige wetenschap wordt de veel omvattende evolutietheorie gewoonlijk niet ter discussie gesteld. Evolutie veronderstelt een ontwikkeling in opgaande lijn. Aan het bouwwerk van het evolutie-, oersoep- en oerknalmodel kleven allerlei fundamentele en onoplosbare problemen die het model ondergraven. Binnen de, zo in vakgebieden ingedeelde, wetenschap onderkent men deze problemen voor het eigen onderzoeksterrein soms wel, maar gaat men ervan uit dat het totale bouwwerk stevig genoeg is door bevindingen in andere vakken. Dit boekje wil in 95 stellingen laten zien dat het evolutiehuis voor geen enkele kamer een stevig fundament heeft. Dat het slechts de buiten-wetenschappelijke vooronderstellingen zijn die enig verband in de bouwval brengen.
Het is de hoop van de auteurs en medewerkers dat deze 95 stellingen de discussie wel op gang zullen brengen en tot een ommekeer in het denken en onderzoeken zullen leiden, zoals in de 16e eeuw, toen dr. Maarten Luther zijn 95 stellingen tegen de toenmalige kerkelijke praktijken naar buiten bracht.

Voorwoord van Werner Gitt



Precies aan het begin van het Darwinjaar 2009 verscheen op 31 december 2008 in het blad "DIE ZEIT" een twee pagina's groot artikel met de titel "Bedankt, Darwin!". Verder waren nog vier hele pagina's aan het onderwerp evolutie gewijd. De dank geldt een man, die 200 jaar geleden geboren werd en van wie het revolutionaire boek "Het ontstaan van soorten" 150 jaar geleden verscheen. De filosoof Immanuel Kant (1724 - 1804) beweerde al vol trots: "Geef me materie, ik bouw er een wereld van." Ook de Franse wiskundige en astronoom Laplace (1749 - 1827) pochte 50 jaar later tegenover Napoleon: "Mijn theorieën hebben de hypothese "God" niet nodig."

Deze en andere vaders van het wetenschappelijk atheïsme zochten naar een verklaring voor ontstaan van het leven, waarin God niet meer voor komt. Darwin gaf daarvoor schijnbaar het verlossende antwoord. Hij meende dat hij het ontstaan van het leven op een "natuurlijke wijze" kon verklaren.


Is de evolutie een bruikbaar denkmodel?

Een vluchtige blik in het rijk van de levende wezens toont ons al overal onmiskenbaar doelgerichte concepten: De potvis, een zoogdier, is zo uitgerust, dat hij vanuit 3000 meter diepte op kan duiken, zonder aan de gevreesde caissonziekte te sterven. Een enorme hoeveelheid microscopisch kleine bacteriën in ons darmkanaal hebben ingebouwde elektromotoren, die voorwaarts en achterwaarts kunnen bewegen. Het leven hangt in de meeste gevallen af van de complete orgaanfunctie (bv hart, lever, nieren). Onvoltooide, zich pas ontwikkelende organen zijn waardeloos. Wie hier in de zin van het Darwinisme denkt, moet beseffen, dat de evolutie niet het doel van een later functionerend orgaan kent. De evolutiebioloog G. Osche merkte heel juist op: "Levende wezens kunnen gedurende bepaalde evolutiefasen niet als een ondernemer het bedrijf wegens verbouwing tijdelijk sluiten."


Waar komt het leven vandaan?

Bij alle ophef over de evolutie in onze tijd gaat het om de vraag: Waar komt het leven nu eigenlijk vandaan? De evolutietheorie heeft er niet de geringste verklaring voor, hoe het leven uit het dode kan ontstaan. Stanley Miller (1930 - 2007), wiens "oersoepexperiment" sinds de 60er jaren in elk biologieboek wordt vermeld, gaf 40 jaar na dato toe, dat geen van de huidige hypothesen over de oorsprong van het leven kan overtuigen. Hij noemde ze allen "onzin" of "chemische hersenspindels". De microbioloog Louis Pasteur (1822 - 1895) onderkende iets heel fundamenteels: "Leven kan uitsluitend van leven komen."


Waarom werden de 95 stellingen van dit boek geschreven?

Aanhangers van de evolutie houden hun leer over de oorsprong van het leven en deze wereld voor een wetenschappelijke theorie. Volgens Karl Popper moet een empirische theorie weerlegd kunnen worden. Dat betekent: Ook de evolutietheorie moet in principe weerlegbaar zijn. Daarom werden de stellingen van dit boek geschreven.

De krachtigste bewijsvoering in de wetenschap is altijd dan aanwezig, wanneer men natuurwetten zodanig kan toepassen, dat zij een proces of gebeurtenis uitsluiten. Natuurwetten kennen geen uitzondering. Om die reden is bijvoorbeeld een "Perpetuum mobile", dus een machine, die zonder toevoer van energie voortdurend loopt, een fantasieproduct. Tegenwoordig weten we, wat Darwin niet weten kon, dat in de cellen van alle levende wezens een werkelijk onvoorstelbare hoeveelheid aan informatie en dat tevens in de hoogst ons bekende opslagdichtheid aanwezig is. De vorming van organen vindt informatiegestuurd plaats, alle processen in levende wezens functioneren informatiegestuurd en de fabricage van alle lichaamseigen stoffen (bijvoorbeeld 50.000 eiwitten in het menselijk lichaam) vindt eveneens informatiegestuurd plaats. Het gedachtensysteem evolutie zou alleen dan kunnen functioneren, indien er in de materie een mogelijkheid aanwezig zou zijn, dat door toevalsprocessen informatie zou ontstaan.


Informatie is geen eigenschap van materie:

Informatie is een niet-materiële grootheid; zij is daarom geen eigenschap van de materie. De natuurwetten voor niet-materiële grootheden, in het bijzonder die van de informatie, bewijzen, dat materie nooit een niet-materiële grootheid kan verwekken. Verder geldt: Informatie kan alleen ontstaan door een, van intelligentie en wil voorziene, auteur. Daarmee is duidelijk: Wie evolutie voor mogelijk houdt, gelooft in een "Perpetuum mobile van informatie", dus in iets, wat de algemeen geldende natuurwetten verbieden. Hierop zal ik in het hoofdstuk informatietheorie (Stellingen 76 - 83), dat ikzelf aan dit boek heb bijgedragen, ingaan.


Conclusie:

De auteurs van de 95 stellingen tegen de evolutie zijn tot het inzicht gekomen, dat de evolutieleer tot de grootste dwalingen in de wereldgeschiedenis behoort. Zou het slechts om een zuiver wetenschappelijke vraag in één of andere discipline gaan, dan zouden zij zich niet zo enorm hebben ingespannen om dit te weerleggen. De reden is anders: De vraag naar onze oorsprong kan ons niet onverschillig zijn, want zij is ten nauwste verbonden met de Godsvraag. Met betrekking tot de geloofwaardigheid van de Bijbel komen slechts de twee alternatieven A1 en A2 in aanmerking:


A1:  Het klopt, dat de oorsprong en onmetelijke veelvuldigheid van het leven zich uitsluitend door chemische en natuurkundige wetmatigheden en de veel geciteerde evolutiefactoren mutatie, recombinatie, selectie, isolatie, lange tijdsperioden, toeval en noodzakelijkheid en dood laat verklaren. Consequent hiermee heeft men dan geen God nodig en ook de Bijbel berust op generlei Goddelijke bron. Zij is een door mensen bedacht boek en begrippen zoals hemel en hel of opstanding en een eeuwig oordeel zijn ontsproten aan de menselijke fantasie en hebben voor ons mensen generlei relevantie.

Of A2:  Het klopt, wat God ons in de Bijbel gezegd heeft. Dan is de God van de Bijbel de enige levende God en de evolutie een ernstige wetenschappelijke dwaling. De dood is geen leven-scheppende "evolutiefactor", maar het gevolg van de scheiding van God (1). Wij mogen de gehele Bijbel geloven - zoals Jezus tot God, de Vader gebeden heeft: "Uw woord is de waarheid" (2), en zoals de apostel Paulus heeft beleden: "Ik geloof alles, wat geschreven staat" (3). Wij zullen na onze lichamelijke dood opstaan en ons in het eindoordeel voor God hebben te verantwoorden; en er bestaat werkelijk een hemel en ook een hel.


Zin en doel van dit boek:

Het concept van de hier gepresenteerde 95 stellingen is ontleend aan de 95 stellingen van Maarten Luther. Toentertijd veroorzaakte deze een revolutie, die een wereldwijd gevolg had. Luther definieerde de Bijbel als enige Goddelijke bron en kon met deze maatstaf talrijke wantoestanden en dwalingen van de toenmalige Rooms-Katholieke kerk aan de kaak stellen. Een soortgelijke impact hoop ik ook met deze 95 stellingen te bewerken.

Direktor und Professor a. D.

Dr.-Ing. Werner Gitt

Werner Gitt was tot aan zijn pensionering in het jaar 2002 bijna 25 jaar directeur en professor bij de Physikalisch-Technischen Bundesanstalt in Braunschweig.


terug


(1)  Johannes, de Bijbel, Johannes 14:6.

(2)  Paulus van Tarsus, de Bijbel, Colossenzen 1:16.

(3)  Matthéüs, de Bijbel, Matthéüs 21:44.



Comment this Site!